Randstedelijke Rekenkamer positief over het fietsbeleid, maar er blijft ruimte voor verbetering

Meer fietsen draagt bij aan het oplossen van milieuproblemen en aan een betere gezondheid. Er heerst dan een positieve sfeer in beleidsland over de maatschappelijke rol van de fiets. De provincies Flevoland, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland hebben ambitieuze doelen om fietsgebruik te verhogen. Dit hoeft niet te betekenen dat elke euro aan fietsbeleid ook effectief en efficiënt wordt besteed. Decisio en Studio Bereikbaar voerden daarom in opdracht van de Randstedelijke Rekenkamer een onderzoek uit naar het fietsbeleid in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland.

Fietsbeleid is in alle vier provincies op orde

In het onderzoek zijn de provincies beoordeeld op doelen, rollen, middelen (in euro’s en in fte), beleidsonderbouwing, terugkoppeling aan Provinciale Staten en monitoring. Onze hoofdconclusie is dat alle vier de provincies het fietsbeleid op de rit hebben. Opvallend is dat, hoewel er kleine verschillen zijn, de provincies hun fietsbeleid redelijk vergelijkbaar hebben ingericht. Een punt van aandacht is dat niet in al de provincies even inzichtelijk is welke middelen er beschikbaar zijn voor het fietsbeleid, al heeft de provincie Utrecht een helder overzicht met de beschikbare middelen per actielijn. Monitoring van de voortgang doelen en prestaties zit bij de meeste provincies nog in de opstartfase.

Een provincie in de planfase kan leren van ervaringen in de uitvoeringsfase

Doorfietsroutes worden in alle vier de provincies gezien als belangrijk middel om kernen beter met elkaar te verbinden. Daarom is in het onderzoek specifiek de beleidsuitvoering van dergelijke routes geëvalueerd. Het onderzoek wijst uit dat per provincie sterk verschilt hoe ver deze beleidsuitvoering gevorderd is. Utrecht en Zuid-Holland zijn het verst met de uitvoering, in Flevoland en Noord-Holland wordt vooral nog verkend en uitgewerkt.

Bij de realisatie van doorfietsroutes doen zich verschillende obstakels voor. Om te onderzoeken welke dit zijn, hoe provincies deze voor- of overkomen en welke lessen ze hierbij van elkaar kunnen leren, hebben we een aantal casussen uitgewerkt. Deze zijn een mix van gerealiseerde routes tot een route in de planvormingsfase.

Obstakels bij snelfietsroutes treden op verschillende thema’s op

Op het gebied van ruimtelijke inpassing is een veelvoorkomend knelpunt het gebrek aan fysieke ruimte voor de verschillende functies in de openbare ruimte. Ruimte is bijvoorbeeld nodig voor het trottoir en parkeren, maar ook voor boomwortels. Op de Zuid-Hollandse routes zijn daarom op verschillende plekken concessies gedaan aan de gewenste breedte van de snelfietsroutes.

Een voorbeeld van een belemmering op het gebied van organisatie en besluitvorming is het ontbreken van afspraken over de ontwikkeling van routes. In Utrecht zijn er positieve ervaringen met samenwerkingsovereenkomsten tussen betrokken partijen. Ook bestuurlijke uitvoeringsovereenkomsten lijken, als opvolging van intentieovereenkomsten een nuttig instrument om afspraken vast te leggen en de voortgang te garanderen. Dit is bijvoorbeeld effectief gebleken bij bestuurlijke wisselingen.

Een regelmatig voorkomend obstakel is weerstand bij omwonenden tegen ‘snelle’ fietsers voor de deur. Dit ondermijnt het draagvlak. Provincies overkomen dit door in de planfase belanghebbenden te informeren en met ze te communiceren, bijvoorbeeld tijdens inloopavonden. Via deze weg kunnen plannen eventueel worden aangepast na inbreng van omwonenden.

Beschouwing op het proces

Onderzoeker Martijn Lelieveld viel vooral op dat de provincies een professionele beleidscyclus hanteren: “Het is mooi te zien dat provincies de toegenomen aandacht voor de fiets in het provinciale mobiliteitsbeleid ook vertalen in gedegen beleid.” Collega-onderzoeker Mick Koopman denkt dat het rapport waardevolle lessen heeft opgebracht: “Provincies hebben vergelijkbare ambities, maar verschillen in voortgang. Minder ver gevorderde provincies kunnen daardoor bij verder gevorderde provincies afkijken.” Onderzoekster Isabel Liedtke (Studio Bereikbaar) voegt toe dat “de ruimtelijke structuur van de vier provincies bepalend is voor de vormgeving van het fietsbeleid”.

Bent u nieuwsgierig geraakt naar de uitkomsten van dit onderzoek? Zie dan per provincie het eindrapport en de 5-minutenversie via deze link.