Is Nederland een doe-democratie?

Vergroting burgerparticipatie langs twee lijnen

De term doe-democratie zal niet bij iedereen bekend zijn, maar onder deze vlag heeft het kabinet Rutte II beleid opgezet om de actieve betrokkenheid van de burger bij samenleving en overheid te vergroten. In de nota De Doe-democratie (2013) geeft het kabinet de lijnen aan waarlangs het de deelname van burgers aan maatschappelijke activiteiten wil stimuleren. De eerste lijn betreft het faciliteren van landelijke organisaties en platforms die burgers ondersteunen bij het opzetten van initiatieven. In de tweede lijn wordt met mede-overheden gewerkt aan de omslag die de overheid moet maken om de burger ècht te laten meedoen en meebeslissen. De coördinatie en het brandpunt lag bij het team Doe-democratie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

Evaluatie inzet BZK

Van oktober tot december 2016 hebben Decisio en DSP Groep de beleidsinzet van het ministerie op het terrein van de doe-democratie geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat de uitgevoerde activiteiten in de periode 2012-2016 passen in de strategische lijnen en aansluiten bij de knelpunten en behoeften in het veld. De inzet van BZK heeft dankzij grote energie en betrokkenheid van het BZK-team voor een versnelling van de ‘doe-democratie-beweging’ gezorgd.

Nederland is nog geen doe-democratie

Uit de evaluatie blijkt dat Nederland ondanks de gezette stappen nog geen echte doe-democratie is. Het vergroten van de burgerbetrokkenheid is een langjarige transitie die nog in de kinderschoenen staat. Er is behoefte aan maatschappelijk kapitaal, kennis en kunde en om van elkaar te leren. Andere uitdaging is om meer mensen te bereiken dan de vrij kleine voorlopersgroep die nu actief is.