Nachtvluchten op Schiphol zorgen voor overlast en slaapverstoring in de omgeving. Dat heeft negatieve effecten op het welzijn, de gezondheid, de leerprestaties en de productiviteit van omwonenden. Een nachtsluiting zal deze effecten tegengaan, maar kan tegelijkertijd nadelig uitwerken op de luchtvaartmaatschappijen, de luchthaven, diens gebruikers en werknemers.
Impactanalyse nachtsluiting Schiphol
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft het consortium van To70, Beelining en Decisio gevraagd een impactanalyse van drie verschillende varianten met een nachtsluiting in beeld te brengen.
Het rapport onderzoekt de positieve en negatieve effecten van 3 verschillende varianten van een nachtsluiting voor Schiphol en een alternatieve maatregel:
- Volledige nachtsluiting: geen starts en landingen tussen 23:00 – 7:00
- Gedeeltelijke nachtsluiting: geen starts tussen 0:00 – 6:00 en geen landingen tussen 0:00 – 5:00
- Gedeeltelijke nachtsluiting: geen starts en landingen tussen 0:20 – 5:20. In tegenstelling tot variant II mogen vluchten uit deze periode worden verplaatst naar de randen van de nacht
Resultaten
Voor elke variant zijn de effecten in beeld gebracht op de operatie, de omgeving, luchtvaartmaatschappijen, luchthaven, werknemers, gebruikers, veiligheid en duurzaamheid. In het algemeen geldt dat de effecten van een volledige nachtsluiting (variant I) het grootst zijn. Een gedeeltelijke nachtsluiting (varianten II en III) leidt tot aanzienlijk kleinere effecten. Daarbij laten varianten II en III slechts kleine verschillen zien.
De grootste baten zijn vooral voor de omgeving en de omwonenden (geen geluidbelasting meer in de nachtperiode) en de werkgevers (arbeidskosten lager en aantrekkelijkheid van het werk hoger). Tegelijkertijd zien we ook dat de vluchten die uit de nachtperiode worden gehaald grotendeels terugkomen in de randen van de nacht. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat vluchten in de randen van de nacht (tussen 22:00 en 23:00 en tussen 06:00 – 07:00) een relatief groot effect hebben op de slaapverstoring. Variant I heeft tevens negatieve effecten op luchtvaartmaatschappijen, de werkgelegenheid, en de vervoerskosten voor passagiers, expediteurs en verladers. Er zijn positieve effecten te verwachten op de arbeidskosten, de aantrekkelijkheid van het werk op de luchthaven, vliegtijden en de kosten van het voor- en natransport. De effecten van varianten II en III zijn grotendeels identiek, met als uitzondering dat luchtvaartmaatschappijen in variant III een groter deel van hun huidige bewegingen kunnen blijven uitvoeren en dat er minder vluchten naar de randen van de nacht hoeven te worden verplaatst. Deze varianten laten een andere balans zien tussen de effecten voor de verschillende actoren. Hier staat tegenover dat er geen overduidelijke significante baten en/of lasten zijn voor specifieke actoren.
Download het rapport
Het onderzoeksrapport is als bijlage bij de kamerbrief ‘impactanalyse nachtsluiting’ op 28 januari 2025 richting Tweede Kamer verstuurd.
