Nederland participeert al sinds de oprichting van ESA in het Europese ruimtevaartbeleid. Daarbij gaat het vooral om het in de ruimte brengen van satellieten die verschillende doelen kunnen hebben: aard- en ruimteobservatie, meteorologie of navigatie bijvoorbeeld. Omdat Nederland hier financieel ook aan bijdraagt is de vraag relevant wat de ruimtevaart ons land oplevert. In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken heeft Decisio, in samenwerking met Dialogic, onderzoek gedaan naar de economische en maatschappelijke effecten van ruimtevaart in Nederland.
In het onderzoek is gekeken naar de economische impact in de ruimtevaartsector zelf en indirect in andere sectoren. In en rond Noordwijk bestaat een behoorlijk economisch ruimtevaartcluster met ESA/ESTEC als belangrijk middelpunt. Direct en indirect is de Nederlandse ruimtevaart goed voor een kleine 7000 fte aan werkgelegenheid en een bijdrage van 0,6 mld. euro aan het BBP. Daarnaast is de kennisontwikkeling en innovatie die met de ruimtevaartactiviteiten samen hangen van groot economisch belang. Onder meer omdat het tot kruisbestuiving leidt met andere sectoren. Zo is Nederland sterk op het gebied van zonnecellen en meteorologie, wat mede voorkomt uit de ontwikkelingen in de Ruimtevaart.
Kijken we naar het maatschappelijk belang dan zien we dat ruimtevaart tal van toepassingen heeft voortgebracht die van grote maatschappelijke waarde zijn voor Nederland. In het rapport zijn de maatschappelijke effecten van vier van deze toepassingen uitgewerkt. Te weten precisielandbouw, onderzoek naar luchtkwaliteit en klimaat, satellietnavigatie en live televisie. Deze voorbeelden laten zien dat de maatschappelijke baten van alle ruimtevaarttoepassingen voor Nederland een veelvoud moeten zijn van de jaarlijkse overheidsuitgaven. Maar er is geen harde koppeling tussen de Nederlandse investeringen in de ruimtevaart en de maatschappelijke baten. Ook zonder zelf te investeren zou Nederland kunnen profiteren van de toepassingen die uit de ruimtevaart voortkomen. Vermoedelijk zou dit ten koste zijn gegaan van de kwaliteit of snelheid van de ontwikkeling van de toepassingen die Nederland belangrijk vindt, zoals op de thema’s meteorologie, de meting van het zeespiegelniveau en de ontdekking van het gat in de ozonlaag. Maar dit is niet hard aan te tonen omdat mogelijk andere landen de rol van Nederland zouden hebben overgenomen. De vraag speelt daarbij wel of het eerlijk zou zijn als Nederland als ontwikkeld land als ‘freerider’ zou profiteren van ontdekkingen in de ruimtevaart zonder er zelf in te investeren.
Daarmee komen we bij de politiek-strategische baten die reden kunnen zijn om in ruimtevaart te investeren, zoals zelfstandige Europese toegang tot de ruimte, het deelnemen aan internationale besluitvorming c.q. het nemen van verantwoordelijkheid en onze internationale reputatie en relaties. Ook zijn de ruimtevaartactiviteiten in Nederland voor de Nederlandse wetenschap van groot belang.
In het onderzoek hebben we een economische impact anlyse en een MKBA gecombineerd. Een combinatie die we eerder ook hebben toegepast om het belang van Schiphol te onderzoeken. Deze combinatie levert interessante inzichten op en meerwaarde ten opzichte van beide analyses indien ze afzonderlijk worden uitgevoerd: twee werelden worden bij elkaar gebracht, zodat zowel een inzicht in de banen en bijdrage aan het BBP van een sector wordt gegeven, als dat deze direct in het perspectief worden geplaatst van de maatschappelijke waarde van overheidsinvesteringen en effecten die aan het overheidsbeleid te relateren zijn.
De resultaten van het onderzoek zijn gebruikt als input voor de Nota ruimtevaartbeleid 2016.